Ludwig van Beethoven

Ludwig van Beethoven was een Duitse componist en pianist. Hij is een van de beroemdste componisten aller tijden. Zijn muziek wordt gezien als de schakel tussen de klassieke periode en de Romantiek.

Geboren: december 1770 (gedoopt 17 december), Bonn (Duitsland)
Gestorven: 26 maart 1827, Wenen (Oostenrijk)
Relaties: nooit getrouwd. Had voogdij over zijn neefje Karl.
Bekendste stukken: Für Elise, Mondschein-sonate, Symfonie nr.5, Symfonie nr.6 ‘Pastorale’, Symfonie nr.7 (met het beroemde Adagietto uit The King’s Speech), Symfonie nr.9 (met Ode an die Freude), Pianoconcert nr.5, ‘Keizer’, Vioolconcert, Cavatina uit Strijkkwartet nr.13
Interessant: bleef componeren terwijl hij doof aan het worden was.

"Kan die verdomde hoornist niet tellen? Het is duidelijk verkeerd!" Dit riep Ferdinand Ries tegen zijn leermeester Ludwig van Beethoven tijdens de allereerste repetitie van de Eroica-symfonie. De keiharde, lompe inzet van de hoornist leek te vroeg. Beethoven had zijn leerling bijna een klap verkocht. Het was namelijk geen fout: hij had het expres zo gecomponeerd.

De muziek van Beethoven bracht een schok teweeg. De wringende akkoorden waar de Eerste symfonie mee begint, plotselinge en luide accenten die je voortdurend op het verkeerde been zetten, en allerlei onverwachte wendingen, zoals de expres gecomponeerde te vroege hoorninzet in de Derde symfonie - zijn werken braken radicaal met conventies. Na Beethoven was muziek niet langer puur vermaak: hij had er een kunst van gemaakt die de luisteraar verheft. Alle componisten die na Beethoven kwamen, voelden zijn intimiderende schaduw over zich hangen. Hoe konden ze de grootmeester ooit overtreffen?

Het wonderkind Beethoven:
Beethoven stond eerst zelf in de schaduw van een grootheid: Wolfgang Amadeus Mozart. Toen Beethoven nog klein was, had Mozart al naam gemaakt als wonderkind. Beethovens vader Johan, zelf een tenor aan het hof, wilde van zijn zoon net zo’n wonderkind maken – en ging daarin behoorlijk ver. Nadat hij Beethoven viool en piano had leren spelen, haalde hij hem op z’n elfde van school zodat hij al zijn tijd in de muziek zou stoppen. Ook sleurde Johan hem vaak midden in de nacht uit bed omdat hij het pianospel van zijn zoon wilde demonstreren aan een gast.

Het was geen makkelijke jeugd. De vader van Beethoven kwam geregeld dronken thuis, het gezin was arm en het huwelijk van zijn ouders piepte en kraakte. Na de dood van Beethovens moeder Maria raakte Johan in de put. Hij werd onder curatele gesteld. De zestienjarige Beethoven werd opgezadeld met de verantwoordelijkheid voor zijn broers en moest zijn vader regelmatig ladderzat uit de kroeg plukken.

Beethoven als pianist:
Desondanks ging Johans wens in vervulling: Beethoven bleek talent voor muziek te hebben. De zestienjarige jongen had zelfs zo veel in zijn mars, dat hij naar Wenen reisde om Mozart te ontmoeten en les van hem te krijgen – waarvan we niet weten of dat ook echt gelukt is. De tweede keer dat Beethoven naar Wenen ging, was Mozart al gestorven. Hij ging studeren bij onder andere Antonio Salieri en Joseph Haydn. Hoewel Beethoven en Haydn altijd een goede band zouden hebben, schijnt Beethoven gezegd te hebben dat hij niets van Haydn had geleerd.

Beethoven maakte naam als pianist. Hij toerde met groot succes door Duitstalige landen. Zijn spel en improvisatietalent schijnen te hebben gewedijverd met de pianokunsten van Mozart. De componist Václav Tomášek noemde Beethoven zelfs de beste pianist die hij ooit had gehoord. In deze periode componeerde Beethoven onder andere zijn Septet voor houtblazers, hoorn en strijkers, zijn Eerste symfonie, strijkkwartetten en pianoconcerten, die hij zelf uitvoerde. Beethoven, nog een jonge twintiger, was hard op weg om in Mozarts voetsporen te treden.

Het noodlot van Beethoven: doofheid
Dit was echter van korte duur. In 1801 wist Beethoven het zeker: hij was doof aan het worden. Wat voor ieder mens al een vreselijk besef zou zijn, was voor Beethoven een regelrechte ramp. Hoe kon hij ooit nog optreden? Hoe kon hij aan de buitenwereld toegeven dat hij, voor wie alles om het gehoor draaide, zijn meest essentiële zintuig aan het verliezen was? Beethoven besloot zijn doofheid te verbergen. Hij trok zich terug, ontweek gesprekken en gaf steeds minder concerten, als de dood dat iemand zijn toestand zou ontdekken. Het dreef hem tot wanhoop, zodanig zelfs, dat hij overwoog een einde aan zijn leven te maken.

"Ik moet bijna helemaal alleen leven, als iemand die verbannen is. Ik kan me niet meer dan strikt noodzakelijk is met de samenleving mengen."

Eén ding hield Beethoven overeind: zijn muziek. "Het leek me onmogelijk om de wereld te verlaten voordat ik alles had voortgebracht waarvan ik voelde dat het in me zat," schreef hij. Componeren werd nu zijn voornaamste bezigheid. Het gaf hem troost: ook al werd hij doof, er zat nog altijd muziek in hem, en die kon hij nog steeds delen met de wereld. Hoe hij dat kon blijven doen, weten we niet precies, maar waarschijnlijk putte hij tijdens het componeren uit zijn herinneringen en voorstellingsvermogen van muziek. Hij zou zich ook meer hebben gericht op trillingen en bewegingen van instrumenten en het visuele aspect van componeren.

Hoewel Beethoven zijn gehoor nooit volledig zou verliezen, zou het nooit meer verbeteren, wat hij ook probeerde. Tegen 1818 hoorde hij nauwelijks meer en kon hij alleen nog een gesprek voeren met behulp van conversatieboekjes.

Beethoven, Napoleon en verre liefdes
In 1809 bood de Weense adel Beethoven een salaris aan voor de rest van zijn leven. Zo kon hij componeren wanneer hij maar wilde. Dit werd hem echter ook lastig gemaakt. Door de Franse Revolutie en het oprukkende leger van Napoleon leefde Beethoven met politieke onderdrukking, oorlog en onrust. Eerst was Beethoven een groot bewonderaar van Napoleon. Maar toen hij hoorde dat zijn held zichzelf tot keizer had gekroond, verscheurde hij woest de titelpagina van de heroïsche Derde symfonie, die hij aan Napoleon had opgedragen. De turbulente tijd heeft zijn weerslag gehad op onder andere deze symfonie, waar een Franse militaire treurmars in zit.

Rond zijn veertigste was Beethoven op het hoogtepunt van zijn roem. Hij werd beschouwd als de beste nog levende componist van instrumentale muziek en had onder andere al zes symfonieën, vijf pianoconcerten en 25 pianosonates op zijn naam staan. Beethoven vond het een goed moment om te gaan trouwen – maar in de liefde had hij weinig geluk. De vrouwen op wie hij zijn oog had laten vallen, waren al getrouwd of van adel, en dus buiten bereik. Hij zou altijd vrijgezel blijven.

Desondanks kreeg Beethoven op een gegeven moment toch iets mee van het gezinsleven. Zijn broer Kaspar overleed in 1815 en zo kreeg Beethoven de voogdij over zijn neefje Karl. Dit ging echter niet bepaald zonder slag of stoot: er was een slopende vier jaar van rechtszaken en conflicten met Karls moeder voor nodig. De relatie tussen Karl en Beethoven, wiens karakter opvliegend en onstuimig was, verliep moeizaam, en de situatie lastig. In de zomer van 1826 deed Karl een zelfmoordpoging.

De slepende kwestie hakte erin bij Beethoven. Een naaste beschreef hem als een man van 70, terwijl hij nog maar 55 was. Hij kreeg steeds meer gezondheidsproblemen, dronk veel en raakte door zijn doofheid steeds geïsoleerder. In de laatste jaren componeerde Beethoven intieme strijkkwartetten, alsof hij daarin zijn innerlijke, persoonlijke gedachtes uit zijn eenzame wereld wilde uiten - een manier van componeren die kenmerkend zou worden voor de Romantiek.

De nalatenschap van Beethoven:
Beethoven overleed op 26 maart 1827 in Wenen, 56 jaar oud, na een ziekbed. Naar verluidt hief hij na een enorme lichtflits en donderklap zijn vuist en keek hij nog eenmaal de wereld in voor zijn ogen voorgoed sloten. Voor zijn begrafenisstoet waren tienduizend mensen op straat.

Beethoven liet de wereld een ontzagwekkende muzikale erfenis na. Hij had voorgoed veranderd wat het publiek verwachtte van muziek. Zijn krachtige, intense, emotionele, lyrische, humoristische maar bovenal grensverleggende werken waren een voorbeeld voor alle componisten die na hem kwamen. Het woord 'genie' bestond tijdens het leven van Beethoven nog niet, maar hij zou een van de eersten zijn die een genie zou worden genoemd.

Filters

464 artikelen gevonden