BEETHOVEN: PIANO SONATAS OP.31/3 & 110, BAGATELLES OP.33 & 126
Wolfram Schmitt-Leonardy
| Componist | Ludwig van Beethoven | 
| Label | Piano Classics | 
| Sku | PCL10337 | 
| EAN | 5063758103374 | 
€19,99
Incl. btw
- In backorder
- Voor de mooiste klassieke muziek...
- ....ga je naar KLASSIEK.NL
- Gratis verzending vanaf € 25,00
- Passie voor klassieke muziek!
Beschrijving
Een unieke opname van complementaire bagatellen en sonates uit twee verschillende periodes in het leven van Beethoven, in een nieuwe opname door een moderne meesterpianist.
Wolfram Schmitt-Leonardy is ‘een verteller’, aldus Jeremy Nicholas in zijn recensie in Gramophone van de Chopin-sonates op Piano Classics. Hij prees vervolgens het ‘bijna ideale’ spel in de Tweede Sonate: ‘ongedwongen, ritmisch levendig [en] textuurtechnisch transparant’. De Duitse pianist belicht nu vier werken van Beethoven met dezelfde kwaliteiten. 
De Sonate op. 31 nr. 3 en de Bagatelles op. 33 dateren beide uit wat een overgangsfase in Beethovens carrière zou blijken te zijn, rond het jaar 1802, toen hij zijn vleugels uitsloeg en zijn capaciteiten uitbreidde. Ze bereiken opvallende en vaak plotselinge contrasten in expressie, zowel binnen de uitgebreide sonatevorm als in de miniatuurvorm van de bagatelle, die Beethoven met deze reeks in feite helemaal zelf heeft uitgevonden. 
“Schmitt-Leonardy's uitmuntende technische en muzikale beheersing houdt de aandacht vast” in de variatiesets van Brahms, aldus Jed Distler in een andere recensie in Gramophone. Een dergelijke beheersing is een eerste vereiste om de vaak opgenomen late meesterwerken van Beethoven te kunnen uitvoeren, waaraan Wolfram Schmitt-Leonardy zijn eigen, individuele muzikale intelligentie toevoegt.
Tussen die vroegere stukken en de Sonate op. 110 verstreken twintig jaar, een periode waarin Beethovens denken onvermijdelijk een ingrijpende verandering onderging. Op dat moment streefde hij steeds intenser naar het bereiken van transcendentie in muziek, en de onbeschrijfelijke openingsfrase van de sonate lijkt die zoektocht te distilleren tot een onvergetelijk gebaar. De Sonate wordt ook gekenmerkt door de toenemende fascinatie van de componist voor de contrapuntische technieken uit de barok, die het semi-autobiografische verhaal van verloren en herwonnen vitaliteit in de finale zo aangrijpend tot leven brengen. 
De Bagatelles Op.126 zijn alleen in naam kleinigheden. Ze zijn ontstaan in dezelfde periode als de Negende symfonie en delen de olympische humor van het Scherzo en de reikwijdte van de Diabelli-variaties. Elk stuk legt een even intense als vluchtige stemming vast. In dat opzicht zijn ze misschien vergelijkbaar met de sonates van Scarlatti, zoals die welke Schmitt-Leonardy speelt op een ander album van Piano Classics: ‘een van de meest intelligent geprogrammeerde en onderscheidend gespeelde Scarlatti-collecties die ik als recensent in jaren onder ogen heb gekregen’ (Gramophone).
 
     
    

 
                        