LUTE MUSIC FROM THE NETHERLANDS

Beschrijving

De luit speelde een centrale rol in de muziek van de 16e en een groot deel van de 17e eeuw. Terwijl het orgel een leidende positie innam in de kerkmuziek, was de luit het belangrijkste solo-instrument voor de seculiere muziek die in die tijd werd geschreven. Afgezien van het orgel was de luit het meest prestigieuze instrument van de 16e eeuw, maar aan het einde van de 17e eeuw werd het in populariteit en gebruik overschaduwd door het klavecimbel. Nicolas Vallet, een Fransman die in Amsterdam woonde, noemde het “de luit, terecht de koning van alle instrumenten genoemd”. Luitisten in de 16e en 17e eeuw konden in twee categorieën worden ingedeeld. De eerste categorie bestond uit welgestelde amateurs die het luitspelen als een elegante hobby beschouwden; de tweede categorie bestond uit professionele luitisten, die hun middenklasse-status deelden met andere ambachtslieden, zoals schilders en meubelmakers. Het luitrepertoire van de 16e en 17e eeuw bestrijkt een breed scala aan muzikale genres, waaronder: Bewerkingen van wereldlijke en niet-wereldlijke liederen uit alle West-Europese landen, geschreven voor solo-luit of met luitbegeleiding. Bewerkingen van bestaande dansen en nieuwe composities voor dansen, zoals: pavanes, gaillardes, passemezzi en allemandes. Bewerkingen en imitaties van polyfone instrumentale muziek: fantasieën en ricercares. Programmatische composities, zoals afbeeldingen van veldslagen (batailles) en beiaardgelui (carillons). Composities die gewoonlijk preludes worden genoemd en bedoeld zijn om het instrument in al zijn technische glorie te laten zien. Deze rijke selectie van in Nederland gecomponeerde luitmuziek omvat werken van componisten als Sweelinck, Adriaensen, Van Den Hove, Huwet, Valerius en Vallet. Gespeeld door een van de meest vooraanstaande luitspelers van dit moment, Toyohiko Satoh.