Greco: Music for Bass Violin

Beschrijving

De Napolitaanse componist Rocco Greco (midden jaren 1600 - 1718) was een instrumentalist van de Cappella Vicereale. Zijn composities omvatten 28 sinfonie à due viole en elf stukken instrumentale muziek die waarschijnlijk het begin van een Gregoriaanse antifoon waren. Ze worden bewaard in een enkel volume van de manuscripten met muziek van Gaetano Francone en Bononcini.  Naar alle waarschijnlijkheid behoorde het aan een amateur-basviool of cellist, want in Zuid-Italië werd aan het eind van de 17e eeuw het woord viola (altviool) gebruikt om te verwijzen naar wat bekend stond als de basse de violon in Frankrijk, de bas Geige in Duitsland en de basviool in Engeland. In Italië daarentegen werden verschillende termen gebruikt voor het instrument, waaronder de violon-basso. Rocco Greco kan worden beschouwd als de grondlegger van de grote Napolitaanse cellotraditie die zich met virtuozen als Alborea, Supriani, Lanzetti en Caporale zou ontwikkelen. Zijn gebruik van zeer geavanceerde techniek komt naar voren in de Sinfonia's 2 en 3, die door de technische verfijning van de eerste altvioolpartij verschillen van de andere. De Sinfonia's voor basviool, viool en basso continuo bestaan uit 2 of 3 delen. Ze worden uitgevoerd op kopieën van originele basviolen. Weer een interessant opnameproject van Renato Criscuolo en zijn Musica Perduta, die al muziek voor cello van Caporale, Porpora, Zuccari, Händel en Pergolesi hebben ontdekt en opgenomen.